De Eerste Communie
 
  
In de Rooms-Katholieke kerk nemen 
  kinderen rond hun 7e jaar voor het eerst volledig deel aan de 'Maaltijd van 
  de Heer' of 'Eucharistie'. Voordien mogen ze wel met hun ouders naar de zondagmis 
  komen. Ze mogen echter niet communiceren. Bij de communie mogen ze wel mee naar 
  voor komen en krijgen dan een kruisje op het voorhoofd.Deze eerste deelname 
  aan het sacrament van de eucharistie wordt Eerste Communie genoemd en wordt 
  in het algemeen zeer feestelijk gevierd in de parochie en de gezinnen waartoe 
  de kinderen behoren. 
  De Eerste Communie is één van de drie stappen in de inwijding 
  of initiatie in het christelijke geloof.
  De eerste stap is de doop met water, meestal in het eerste 
  levensjaar van het kind. Door de doop wordt hij of zij opgenomen in de kerkgemeenschap. 
  Het zijn de ouders, peter en meter en de omgeving van het kind die het op zich 
  nemen om de dopeling te laten opgroeien in een midden waar de christelijke waarden 
  niet alleen geleerd maar bovenal beleefd worden. Meer uitleg en inlichtingen, 
  klik hier.
  De tweede stap is de Eerste Communie, de eerste keer dat het 
  kind volledig mag deelnemen aan de 'Maaltijd van de Heer' of eucharistie en 
  te communie gaat. De volwaardige deelname aan de eucharistie is: het ontvangen 
  van de Heilige Communie. Rond het zevende levensjaar krijgt elk gedoopt kind 
  de kans om zich voor te bereiden op de grote dag van de eerste communicanten. 
  Hoewel de eucharistie meer grote betekenissen heeft, toch wordt aan de kinderen 
  slechts één betekenis in het lang en het breed voorgesteld. Wat 
  ze op die jeugdige leeftijd goed kunnen bevatten is: het samenzitten rond de 
  tafel van hun “Grote Vriend” Jezus. Het altaar wordt tijdens de 
  catechese besproken als de tafel van het Laatste Avondmaal. Jezus zat daar in 
  het centrum, midden zijn vrienden. Hij zegt nu tegen de kinderen: ‘jullie 
  zijn mijn vrienden, als Ik een bijzonder plekje krijg in Uw hart’.
  De derde stap is het vormsel, dat meestal rond 12-jarige leeftijd 
  wordt toegediend door de bisschop of zijn plaatsvervanger. Door handoplegging 
  en zalving ontvangen de kinderen of jongeren de Heilige Geest, de kracht die 
  hen in hun leven zal sterken. Voor meer uitleg en info, klik 
  hier.
  Doopsel, vormsel en eucharistie worden sacramenten genoemd. Aan volwassenen 
  die toetreden tot de Katholieke Kerk worden de sacramenten van het doopsel, 
  het vormsel en de eucharistie meestal tegelijkertijd in één viering 
  toegediend, zoals dat in vroegere tijden altijd gebeurde. Zij bereiden zich 
  voor tijdens een periode die men het catechumenaat noemt. Na deze voorbereidingsperiode 
  worden ze tijdens de Paasnacht gedoopt en gevormd, en mogen voor de eerste keer 
  communiceren tijdens de Paasnachtviering. In onze huidige Kerk, waar hoofdzakelijk 
  kleine kinderen in de Kerk opgenomen worden, zijn deze drie stappen uit elkaar 
  gehaald. 
Het doopsel is het sacrament van het geloof. Dit geloof is zo groot en veel omvattend, dat wij het niet alleen kunnen dragen of opnemen in ons leven: wij worden in ons geloof gedragen, door Christus, en door zijn gemeenschap. Het gezin is de meest nabije gelovige gemeenschap waarin wij leven. Daarom kan, op grond van het geloof in het gezin, het doopsel al aan het zeer jonge kind worden bediend.
De eucharistie is het sacrament van de kerk als lichaam van Christus. Hier wordt het geloof niet alleen gedragen door de kleine plaatselijke gemeenschap, niet alleen door onze eigen keuze, maar door de gehele kerk met Christus als hoofd. Je zou de leeftijd van zeven, waarop het kind de eerste communie mag ontvangen, kunnen lezen als , zoals het in onze vroegere catechismus heette, “de jaren van discretie en verstand”.
Het vormsel is het sacrament van de getuigenis. In het vormsel krijgt de Geest vat op ons, omdat wij zelf, op grond van onze eigen keuze, in het dagdagelijkse leven getuigen willen van het geloof waarin wij zijn gedoopt. Men zou de leeftijd van twaalf jaren, waarop bij ons doorgaans het vormsel wordt toegediend, kunnen verbinden met Jezus' leeftijd toen hij optrad in de tempel (Lc 2, 40-52) of met het aantal van zijn leerlingen.
Eeuwenlang konden kinderen, hoe klein ook, vanaf hun doop gewoon volledig meedoen aan de viering van de eucharistie en dus net als iedere gedoopte gelovige de communie ontvangen. Na 1215 ontstond het gebruik om te wachten met het geven van de communie aan gedoopte kinderen tot de kinderen ongeveer 7 jaar waren. In de volgende eeuwen raakte het 'te communie gaan' tijdens de eucharistieviering in grote delen van de kerk in onbruik bij volwassenen en kinderen. In de 19e eeuw ontving men hooguit eenmaal per jaar met Pasen nog de communie, omdat men nu eenmaal verplicht was “zijn Pasen te houden”. Kinderen mochten toen pas rond hun 10e , en in andere bisdommen rond hun 12e jaar, de communie ontvangen. Daar wilde paus Pius X wat aan doen. Hij stimuleerde het te communie gaan van alle gelovigen bij iedere eucharistieviering. In 1912 bepaalde hij per decreet dat kinderen vanaf 7 jaar voor de eerste keer volledig mogen deelnemen aan de eucharistie, de kindercommunie. Het voor het eerst ontvangen van het heilig brood, de hostie, werd daarmee een belangrijk moment, dat een eigen officiële status kreeg naast het doopsel en het vormsel. De kindercommunie of Eerste Communie werd een geweldig populair en groot feest en is dat nog steeds!
  Concreet nu voor onze parochie Sint Jan Baptist in Werchter! 
De voorbereiding van onze communicantjes gebeurt in onze dorpsschool door de juffen en meesters die wel het best geplaatst en meest competent zijn om onze kinderen op het grote gebeuren voor te bereiden. Wie niet in ons dorp school loopt moet een bewijs leveren dat hij in zijn of haar lagere school de lessen van Katholieke Godsdienst volgt.
Binnen onze parochieploeg is Yvonne Uytterhoeven (016/532690) de verantwoordelijke voor alles wat de viering van de Eerste Communie betreft. Met eventuele vragen en voor alle verdere inlichtingen kan men steeds bij haar terecht.